EVA WAS EERST Darwin - evolutietheorie

 

Blind geloof in de evolutietheorie van Darwin heeft de mens mentaal in een dwangbuis gestopt ... (William Golding, Engels Nobelprijswinnaar)

 

 

De mens, een unieke diersoort

 

 

Is de mens uniek?

 

Fysiek stelt hij weinig voor. In vergelijking met andere diersoorten is hij zelfs karig bedeeld. Hij is niet sterk, niet snel, zijn reukzin is slecht ontwikkeld ... al heeft hij een uitzonderlijke kwaliteit -ook dat moet gezegd- de mens heeft een fenomenaal uithoudingsvermogen. Met andere woorden: hij is in staat om dagenlang op dieren te jagen ... tot het dier volledig uitgeput, opgeeft. Veel heeft maken met het feit dat de mens een uitstekend middel heeft om zijn temperatuur te regelen (overmatig zweten).

 

Neem echter van ons aan dat het uitzonderlijke uithoudingsvermogen gekoppeld aan een beetje meer 'verstand' net voldoende moet zijn geweest om in de natuur te kunnen overleven.

 

Men heeft lang aangenomen dat de mens door zijn grote herseninhoud buitengewoon sterk bevoordeeld was tegenover de dieren. Toen olifanten en walvissen echter over een veel grotere herseninhoud bleken te beschikken, klopte die theorie plots niet meer. Toen bedacht men dat de herseninhoud in relatie tot de grootte van het lichaam moest worden gezien. Ondertussen is men het spoor echter bijster. Té veel studies tonen aan dat de relatief grote hersenen van de mens niet de reden kunnen zijn van zijn immense voorsprong op het vlak van bewustzijn en intelligentie.

 

Uit de vele studies concluderen we dat wetenschappers de verschillen tussen de hersenen van de mens en deze van bijvoorbeeld dolfijnen, sommige apensoorten, zelfs raven ... niet kunnen verklaren, ook niet als ze rekening houden met het criterium herseninhoud/lichaamsvolume. Ze goochelen met cijfers en theorieën om hun gelijk te halen, maar ze schieten tekort voor wie kritisch is.

 

De hoogste levensvormen -met uitzondering van de huidige mens- hebben talenten die onderling enigszins vergelijkbaar zijn. Alsof ze samen een bepaalde evolutionaire weg hebben afgelegd. De ene is wat beter in het ene, de ander is dan weer beter geschikt voor iets anders. Alles in overweging genomen, hebben ze allemaal net voldoende kwaliteiten om te concurreren en te overleven. Iets wat de mens dankzij zijn geringe intellectuele overwicht tot 32.000 jaar geleden ook moest doen. De ene soort heeft de andere steeds in evenwicht gehouden. De prooi diende daarbij als voedsel voor de jager. Als er op een bepaald moment te weinig prooien waren om de jager te voeden, stierven een aantal jagers de hongerdood. Waren er anderzijds te veel prooien dan bleven er ook meer jagers in leven waardoor het aantal prooien afnam. Kortom, het systeem hield zichzelf in evenwicht en de mens -hoe kan het ook anders- paste daarin. Het leven op aarde volgt nu eenmaal al honderden miljoenen jaren de weg die gebaseerd is op de strijd om te overleven. Geen levend wezen is uit zichzelf ooit in staat gebleken om van die weg af te wijken.

 

Het lijkt er op dat het lichaam van de mens, inclusief zijn hersenen, niet zo speciaal is in vergelijking met dat van andere diersoorten. De Homo erectus had grote hersenen, die van de Neanderthaler en Homo sapiens waren nog groter, maar ze waren ondanks die hersenen -gekoppeld aan dat grote uithoudingsvermogen dat we eerder vermeldden- nooit de heersers van de natuur, ze moesten vechten voor hun voortbestaan, net zoals alle andere levende wezens. Tot het huidige menselijke bewustzijn, dat overigens gedurende pakweg 32.000 jaar nog niet veel is veranderd, en dat insloeg als een bom, het leven op planeet Aarde op zijn kop zette.

 

Volgende

Tip: als u op het gewone internetpijltje 'vorige pagina' klikt, komt u op de juiste plaats in het overzicht terecht in plaats van bovenaan.